De wereld zucht op dit moment onder een gezelschap autoritaire leiders als Trump, Poetin, Xi, Erdogan, Orban, Bolsanaro, met als gevolg dat geen vooruitgang wordt geboekt in de transitie naar een duurzamer en rechtvaardiger wereld. Deze leiders van de oude stempel zijn wellicht niet toevallig allemaal mannen en democratisch verkozen, behalve Xi. Ze vertegenwoordigen een conservatief en angstig electoraat, dat bang is voor veranderingen en vreest dat banen op de tocht komen te staan door migranten of robots. Al deze leiders beweren dat ze hun natie, de nationale waarden en de economie, met name de klassieke, sterk zullen maken. Met banen in klassieke bedrijven als steenkolenmijnen of autofabrieken. Met het sluiten van de grenzen. Met kritiek op klimaatwetenschappers, globalisatie en internationalisatie. Met het stoppen van internationale verdragen en deelname aan internationale organisaties, die niet zouden bijdragen aan de nationale economie maar slechts geld kosten. Met het beschuldigen van andere landen die zouden proberen banen of bedrijven af te pakken, of oneerlijk te concurreren. Het denken van deze leiders is gebaseerd op vijandschap en “wij-zij” denken. Alles draait om het beschermen van het eigen land en volk tegenover een vijandig geacht buitenland. Het zijn de klassieke manieren van denken die en niet meer passen en niet meer haalbaar zijn in een wereld, die als één geheel moet en zal gaan functioneren.
Het is de tragiek van deze traditie bewaarders, dat wat ze zo verafschuwen, door hun eigen handelen sneller dichterbij komt. De afbraak van het klassieke natiestaat denken gaat in een steeds hoger tempo, omdat de oude economische theorieën, gericht op nationale verrijking en veronachtzaming van de natuur niet meer houdbaar zijn en steeds openlijker bekritiseert worden . Angstig vasthouden waar niet meer aan vastgehouden moet worden leidt tot steeds meer protesten, rechtszaken en kritiek van jonge mensen en intellectuelen. Het denken van de communist Xi, de kapitalist Trump en de islamist Erdogan verschilt maar weinig: ze delen de visie dat eigen volk en natiestaat boven alles gaat, boven de belangen van een bredere wereldgemeenschap, boven natuurbehoud. Allen besturen hun land als een soort bedrijf dat in concurrentie is met andere landen. Allen streven wereldhegemonie na met hun natiestaat
Maar in steeds bredere kringen dringt het besef door dat we op één wereld leven, met één natuur, één mensheid, waar alle mensen dezelfde rechten hebben op een redelijk en rechtvaardig bestaan, in samenhang met een gezonde ecologie. De consequentie daarvan is dat wereldwijd veel meer en beter moet worden samengewerkt om de grote problemen van deze tijd op te lossen. De klimaat en ecologie problemen zijn urgent en worden al maar dringender. We willen geen wereld achterlaten aan onze kinderen noch medeburgers in verre landen die onleefbaar is geworden door steeds meer orkanen of droogte, veroorzaakt door onbeheersbare temperatuurstijgingen. Het is onmogelijk om een welvarend Westen in stand te houden, naast een verkommerend Afrika. En dichter bij huis: een welvarend Noord-Europa tegenover een verarmd Zuid-Europa.
De steeds snellere vernietiging van de natuur en ecologie is schokkend. Dat moet een halt toegeroepen worden. De corona pandemie, er van uitgaande dat dat gerelateerd kan worden aan de onverantwoordlijke consumptie van wilde dieren, geeft ons nog maar eens een waarschuwing wat er kan gebeuren als we doorgaan de natuur te verwoesten. Het probleem met migranten kan slechts opgelost worden als we meer doen aan klimaatbeheersing, zodat de landen van herkomst bewoonbaar blijven. En door die landen te helpen om voor hun burgers een redelijke en perspectiefvolle toekomst op te bouwen. Dat betekent, dat we als het rijke Westen diepgaand in die landen moeten investeren. Dat is evenzeer nodig voor de burgers in die landen, als voor onszelf, want honderden miljoenen migranten hebben ook in het Westen geen perspectief. Het “wij-zij” denken is de belemmerende factor om aan de grote tegenstellingen in de wereld iets te doen. De klimaat crisis, de migraties, de natuurvernietiging, de corona pandemie, maken ons duidelijk dat we anders en meer holistisch, naar de wereld en onze medeburgers moeten kijken.
De technologie oorlog tussen China en de VS is een uitzichtloos probleem, dat niets zal oplossen en slechts verliezers zal kennen. De burgers in China, noch de VS, noch de rest van de wereld hebben hier baat bij. De bedrijven in China en de VS willen helemaal geen technologie oorlog. Bedrijven willen wereldwijd samen kunnen werken, omdat zij al lang weten uit ervaring, dat betrouwbare en langdurige internationale samenwerking tot de beste resultaten leiden voor henzelf en hun afnemers. Dus waarom deze ruzie ? Waartoe dient het ? Om de onzin in stand te houden van wereldmachten die “great” willen worden en strijden om de hegemonie van de wereld ? Het is egotripperij van oude mannen, die de wereld en hun burgers niet vooruit helpen, maar juist verder in de problemen brengen.
Een groot probleem is dat we klem zitten tussen oude economische wetten, die voorschrijven dat economische groei heilig en de natuur gratis is, versus het besef, dat we de natuur en ecologie onherstelbare schade toebrengen als we zo door gaan. We beseffen steeds beter dat het roer om moet. De vraag is hoe we dat doen zonder te veel schade aan de economie en samenleving aan te brengen. Wanneer staan de leiders op die vorm gaan geven aan een duurzamer samenleving en economie, die de natuur respecteert ? Economen, klimatologen, antropologen, virologen, zelfs de financiële wereld, waarschuwen voor de dramatische gevolgen, ook economisch, als politici het roer nu niet omgooien. Is het misschien wachten op een vrouwelijke groep topleiders? Verandering hangt in de lucht, maar van een echte omslag is nog geen sprake.
Inmiddels zitten we midden in de corona pandemie, die voorlopig niet over is. Die een nieuw signaal afgeeft, dat de mensheid op de verkeerde weg zit. Immers vernietiging van de natuur lijkt de achterliggende oorzaak. Het vernietigen van de habitat van dieren, het creëren van grote monoculturen, leiden tot heftige tegenreacties van de geplaagde natuur. De bestaande economische wetten hebben de fictie gecreëerd dat de mensheid met zijn economie los zou staan van de omringende natuur. Dus vragen we de natuur ons voortdurend te voorzien van schijnbaar oneindige voorraden voor onze oneindige vraatzucht. Maar de voorraden raken wel uitgeput en er blijkt maar één voorraadkast te zijn.
Het corona virus pepert het er nog maar eens in: het roer moet om. De corona pandemie leidt tot gedwongen rust en tot nadenken. De samenleving staat even stil. In duizenden groepen wordt bediscussieerd: moeten we de vrijgemaakte miljarden gebruiken om de oude vervuilende economie opnieuw op te starten of moeten we deze unieke kans aangrijpen om het roer om te gooien. Moeten we als Europa eindelijk eens samen gaan werken aan een nieuw begin zoals een Green Deal, of blijven we elkaar beschuldigen ? Moeten we de corona pandemie op de oude manier oplossen, volgens het recht van de sterkste of moeten we gemeenschappelijke oplossingen, vaccins, en crisisbestrijding organiseren ?
Toen was er George Floyd. De zoveelste domme actie van een witte politieman in de VS, resulterend in de dood van een zwarte man, deed de wereld ontvlammen. Terecht barste er overal protesten los tegen racisme, tegen zwaar en jarenlang onrecht van overheids instanties tegen bepaalde groepen burgers. Historische standbeelden werden wereldwijd omver getrokken. Misschien niet juist, wel begrijpelijk. Steeds meer ook niet gekleurde mensen, sluiten zich aan bij het protest. Terwijl de wetten al decennia de gelijkheid van alle burgers vastleggen, is dit bij velen nog niet goed doorgedrongen of geaccepteerd. Te veel mensen blijken nog steeds te vinden dat mensen die er anders uitzien dan zijzelf minder zijn, minder rechten hebben, of anders behandeld moeten worden. Maar eindelijk, misschien omdat er verandering in de lucht hangt, lijken de anti-racisme protesten serieus genomen te worden door politici die jarenlang bleven weg kijken. Politici van naam geven nu aan dat er ook iets mis is in veel overheids instituten. Of het nu gaat om de politie diensten van Minneapolis, of de Nederlandse Belastingdienst.
De achterliggende oorzaak van racisme is “wij-zij” denken. Groepsdenken versus andere groepen, in plaats van mensen waarderen of beoordelen op grond van persoonlijke kwaliteiten. Er bestaat maar één menselijk ras, maar om tal van gekunstelde redeneringen, willen sommige groepen mensen, andere groepen mensen niet accepteren. Het is het gevolg van het cultiveren of verheerlijken van het “eigen” volk soms op grond van zogenaamde historische verworvenheden, bijvoorbeeld de joods-christelijke traditie. Het is een restant van koloniale tijden, waarin witte mensen de baas speelden over tal van andere volkeren. Het is mede een gevolg van een almaar uitdijende bevolking in stedelijke gebieden, waar tal van culturen dicht op elkaar wonen, zonder dat ze elkaar begrijpen. Het wordt ingegeven door angst voor wat anders is en wat de eigen cultuur of gewoontes kan bedreigen.
Maar racisme is juist zo’n fenomeen, dat onder druk van toenemende internationalisering en globalisering moet verdwijnen. Naarmate meer mensen, wereldwijd verplaatsen, samenwerken en wonen, wordt het waandenkbeeld dat het ene volk superieur zou zijn aan het andere genadeloos doorgeprikt. Racisme is niet alleen faliekante onzin, het is ook onhoudbaar en zelfs onpraktisch in een steeds internationalere wereld met gemengde culturen. Mensen zullen allemaal, ongeacht herkomst, kleur, opleiding, lokatie, moeten leren samenwerken om de wereld leefbaar te houden. Racisme is dan wel het allerlaatste dat we daarbij kunnen gebruiken. Een aantal politici beginnen te beseffen dat racisme niet alleen moreel verwerpelijk is, het is óók een hinderpaal die uit de weg geruimd moet worden om de weg te openen voor een nieuwe samenleving, die onherroepelijk internationaler wordt.
Maar het zal nog een hele klus zijn, om het racisme in alle instituties en in het denken van velen in alle landen de komende jaren werkelijk te doen verdwijnen. Want het “wij-zij”denken zit diep geworteld.
In het verlengde van racisme ligt nationalisme. Omdat “wij” allerlei goederen nodig hadden, veroverden we tal van landen, stichtten koloniën, waarbij “zij” , de lokale bevolking of slaven, gedwongen werden voor ons te werken. Omdat “wij” grondstoffen of kleding nodig hebben, moeten “zij” die goedkoop leveren of onder slechte omstandigheden vervaardigen. Omdat “wij” onze boeren willen beschermen, stellen we importtarieven in voor landbouwproducten die “zij” ook kunnen leveren. Omdat “wij” palmolie of biomassa gebruiken, moeten “zij” hun bossen offeren. Het wordt steeds duidelijker dat dit niet zo door kan gaan. De tropische wouden, de amazone, de habitat van dieren, die kapot gaan door Westerse vraatzucht, worden óók een Westers probleem en niet alleen voor die “anderen” die ver weg wonen. Er blijkt maar één wereld te zijn en niet één voor “wij” en één voor “zij”.
Als het echt doordringt dat alle mensen op aarde gelijk zijn en dus gelijk behandeld moeten worden heeft dat diepgaande, wereldwijde economische, sociale en maatschappelijke consequenties. Het heeft niet alleen consequenties voor het opruimen van onrecht uit het verleden in landen met verschillende bevolkingsgroepen. Het is bij lange na niet voldoende om excuses voor een slavernij verleden aan te bieden, waar de meeste mensen van nu niets aan kunnen doen en niets mee te maken willen hebben. Het is veel belangrijker dat het actieve aandacht krijgt in het heden voor het verbeteren van de relaties tussen bevolkingsgroepen en de instituties. Het zal ook consequenties moeten krijgen voor ons handelen met andere landen.
Het stoppen met het “wij-zij” denken betekent stoppen met het leegroven van armere landen, vanwege de grondstoffen of (palm)olie. Of van het verjagen van natuurvolkeren uit tropische oerwouden, of het verdrijven van lokale vissers uit vis gebieden door grote bedrijven met drijvende visfabrieken. Of ongelijke behandeling van producten uit andere landen om “het eigen volk” te beschermen. Als we er goed over nadenken, wemelt ons denken en handelen van “wij-zij” denken en racistisch opereren, zowel binnen onze Westerse landen als ten opzichte van andere landen.
Het stoppen van het “wij-zij” denken betekent ook dat de wederopbouw na deze corona pandemie, niet hoofdzakelijk gebruikt mag worden voor het nog sterker maken van de al rijke landen die voldoende geld hebben, maar dat we substantieel moeten investeren in achterlopende landen en gebieden als Afrika en Zuid-Amerika. Gelukkig lijkt dat besef bij enkele politieke leiders als Macron en Merkel door te dringen. Het betekent ook dat we de vele miljarden die beschikbaar komen voor herstel operaties na de corona pandemie moeten gebruiken voor een duurzame economische omslag. Die al tijden nodig was, maar ook een rechtvaardiging vindt in de noodzaak om als Westerse landen zorgvuldiger om te gaan met het klimaat en steeds schaarsere grondstoffen ten behoeve van de velen die nog in armoede leven.
Wellicht is er decennia lang maar één kans om zoveel miljarden te kunnen investeren in de noodzakelijke duurzaamheids en energie transitie, die iedereen op de aarde ten goede zal komen. Die kans mogen we niet voorbij laten gaan. De corona pandemie leerde ons dat we veel meer gebruik kunnen maken van digitale hulpmiddelen om ons werk te doen en om sociale contacten te onderhouden, en dat dat bovendien efficiënter en duurzamer is. Dat momentum moet vastgehouden worden, door, als voorbeeld, meer thuiswerken te entameren en onnodig, niet noodzakelijk, vervoer te verminderen. Zo zou de corona pandemie wellicht kunnen helpen om de noodzakelijke duurzaamheidsomslag te realiseren.
De dood van George Floyd zou uiteindelijk kunnen werken conform het vlindereffect in de Amazone, waarmee als metafoor aangegeven werd, dat een kleine oorzaak, de vleugelslag van een vlinder, uiteindelijk een orkaan, een omslag kan veroorzaken. De dood van George Floyd kan het effect krijgen dat eindelijk en ten diepste beseft wordt, en niet alleen in formele wetten, maar ook in ons dagelijks handelen, dat alle mensen gelijk zijn. De consequentie daarvan is allereerst het diepgaand uitbannen van racisme. Maar de consequentie daarvan is ook het besef dat we voor alle mensen op aarde één leefbare en gezamenlijke samenleving moeten willen realiseren en niet alleen voor “ons eigen volk”. Dat doet ons inzien dat de nationale, populistische stromingen slechts tegenstellingen creëren tussen mensen en dus nooit tot echte oplossingen kunnen leiden.
Overheden moeten afleren met elkaar te concurreren, maar zullen, gezien de problemen waar we wereldwijd voor gesteld staan, veel meer gericht moeten zijn op het onderling gelijk trekken van wetten en regelgeving. Het gelijkheids beginsel van alle mensen moet leiden tot het meer en beter synchroniseren van beleid tussen landen. Het zou bovendien de efficiency van overheids administraties ten goede komen, alsook het gemak voor de burger. Gelijkheid van alle mensen betekent een andere manier van omgaan met migranten. Het betekent meer aandacht voor de werkomstandigheden in fabrieken die goederen voor Westerse landen maken. Of voor de wijze waarop tal van landbouwproducten verbouwd worden. Met digitale hulpmiddelen onder andere blockchain technologie is keten transparantie eenvoudig te realiseren en het zou veel bijdragen om illegale of kwalijke productie omstandigheden te voorkomen of te ontmaskeren.
Uiteindelijk betekent bovengenoemde omslag de doorbraak naar een andere wereld, naar de vloeibare samenleving. Waarin de natiestaat niet meer is dan een gebied waar je toevallig woont of leeft, maar niet meer van staten die elkaar beconcurreren. Ongelijke behandeling van alle mensen moet daarin stap voor stap verdwijnen en iedereen moet dezelfde kansen geboden worden. Zo ver is het nog helemaal niet, zelfs niet, zoals George Floyd laat zien, in de rijke Westerse landen. Maar juist digitalisering kan ons hier helpen. Om versneld de oude klassieke economie te verlaten, om versneld wereldwijd digitaal samen te werken, om digitaal andere mensen en landen te helpen, om dankzij digitaal werken versneld te verduurzamen en het “wij-zij” denken de wereld uit te helpen.