Zoals uitvoerig besproken in mijn boek de vloeibare samenleving is globalisering één van de gevolgen van digitalisering van de samenleving. Digitalisering maakt dat wereldwijd samenwerkings netwerken ontstaan op tal van gebieden. Wetenschappers, de industrie, ondernemers, kunstenaars, hebben allen de mogelijkheden van digitaal wereldwijd samenwerken en verkopen (de Tech Platforms) ontdekt en maken daar uiteraard ruim gebruik van. Voor de partijen die wereldwijd digitaal samenwerken of verkopen doen nationale grenzen er niet toe. Die zijn feitelijk alleen maar een belemmering voor het wereldwijd zakendoen of wetenschap bedrijven in global village. Al deze ontwikkelingen zetten op dit moment de wereld op zijn kop en leiden tot de inmiddels door populistische politici verketterde globalisering.
Dus populistische politici zijn eigenlijk tegen digitalisering ? Ze zijn in ieder geval grosso modo tegen de effecten die veroorzaakt worden door digitalisering. Digitalisering van de samenleving leidt tot het ontstaan van wereldwijd opererende Tech Giganten, leidt tot grote spanningen op de arbeidsmarkt omdat er veel meer IT-ers nodig zijn en niet-IT-ers hun baan verliezen, leidt tot de al maar toenemende migratiestromen. En al die effecten doen zich niet in enkele landen voor, maar in bijna alle landen ter wereld.
Dus als populisten zich tegen globalisering keren, dan keren ze zich feitelijk tegen al de bovengenoemde effecten die voortvloeien uit de digitalisering van de samenleving. De strijd tegen globalisering is daarom een strijd die niet gewonnen kan worden. De voordelen van de digitalisering op tal van gebieden zijn zo overstelpend, dat zelfs een verenigde groep van populisten onder leiding van bijvoorbeeld Steve Bannon, de voormalige PR man van President Trump, kansloos is om die verdergaande globalisering als gevolg van digitalisering te stoppen. Immers de voordelen zijn er niet alleen voor de Tech Giganten en de happy few. Iedereen maakt dankbaar gebruik van de mogelijkheden van internet, de goedkope en nuttige mogelijkheden van de smartphones, de sociale media’s. En niet te vergeten de miljoenen wetenschappers en kunstenaars die dankzij digitalisering wereldwijd kunnen samenwerken of hun kunstwerken of diensten kunnen verspreiden. Het terug draaien van digitalisering om de globalisering te stoppen is een volmaakt onmogelijke en bovendien onwenselijke optie.
Maar wat is er dan nodig om de terechte gevoelens van onvrede rond baan verlies, rond grote groepen migranten, rond grote rijkdom bij enkele bedrijven, wat de voedingsbronnen zijn van het populisme, weg te nemen ? Allereerst is nodig dat de politiek veel beter begrijpt dat het huidige probleem van populisme niet zozeer zit in globalisering als wel in de vele effecten die digitalisering te weeg brengt. De tweede erkenning moet zijn dat de digitalisering met al zijn effecten niet te stoppen valt, dat digitalisering bovendien een ongelofelijke hoeveelheid nieuwe mogelijkheden creëert voor de mensheid, maar dat het wel nodig is de negatieve effecten van de digitalisering op te vangen.
Dat brengt ons op het politieke model. De huidige democratie is een succes model geworden in de klassieke industriële samenleving. Democratie ging over een eerlijke samenleving, met rechten voor iedere burger, met gelijke kansen en welvaartsspreiding. Andere modellen als het communisme, socialisme of dictatorschap hebben het afgelegd tegen sociaal-liberale-democratische politieke regimes. En waar dat niet het geval is verlangen mensen naar democratie of ontvluchten on-democratische landen. Maar democratie is wel een product van en oplossing voor de industriële samenleving. Maar is het ook een goede oplossing voor de digitale samenleving ? Helaas lijkt het antwoord daarop vooralsnog ontkennend te zijn. De democratie ziet geen kans de huidige wereldproblemen, voor een zeer groot deel veroorzaakt door digitalisering, een principieel antwoord te bieden. De huidige democratie gaat bijvoorbeeld uit van een goed en eerlijk functionerend economisch marktmodel. Maar juist dat economische marktmodel dreigt failliet te gaan, omdat het geen antwoorden heeft op de wereldwijde milieuproblemen en uitputting van grondstoffen. Er is een nieuw economisch model nodig voor de digitale, dus globale, samenleving. Een economisch model dat wel rekening houdt met de eindigheid van grondstoffen, natuurgebieden en wereldwijde milieuverontreinigingen. De donut economie van Kate Raworth zou zo’n nieuw model kunnen zijn. Of de circulaire economie. Maar zelfs als dat door de democratische partijen geabsorbeerd zou worden als nieuw economisch model, dan nog zou dat de populistische burger onvoldoende vertrouwen schenken in de toekomst. De democratische politieke partijen zullen ook internationale antwoorden moeten verzinnen op de manier hoe wereldwijd, positief kan worden samengewerkt, hoe fiscale modellen van natiestaten beter op elkaar worden afgestemd raken opdat er veel eerlijker digitaal handel kan worden bedreven, hoe de “winner-takes-all” modellen van Tech Giganten niet leiden tot eenzijdige rijkdom bij enkelen. Maar ook hoe al maar toenemende migrantenstromen opgevangen of opgelost gaan worden. En hoe middels digitale samenwerking kennis overgebracht kan worden aan landen en mensen die achterlopen in ontwikkeling. Hoe persoonlijke data veilig wordt voor cybercriminelen. Wat het digitale democratische antwoord moet zijn op digitale staatscriminaliteit en nepnieuws. Hoe de arbeidsmarkt voor de digitale toekomst er uit gaat zien en hoe die vorm te geven. Op al die wereldvraagstukken veroorzaakt door digitalisering dient een nieuw democratisch model antwoorden te geven. Het huidige democratische model schiet te kort en moet zich omvormen van een model voor de industriële samenleving, naar een wereldwijd model voor de digitale samenleving. Met principiële antwoorden voor die digitale samenleving en hoe de burger daarin veilig kan leven, veilig kan werken en een toekomst perspectief krijgt.
Indien de huidige democratische politiek zich niet razendsnel weet om te vormen komende jaren, dan rest het gitzwarte perspectief van het ontstaan van steeds meer populistische politieke groepen, die geen oplossingen bieden, maar op nationale structuren en sentimenten aansturen met steeds minder democratie voor de burger en aflopende economische groei. Dat leidt tot regionale kampioenen van sterke autocratische leiders die elkaar op wereldniveau de tent uitvechten. Naast modellen a la China, waarin een autocratische bestuur de stabiele koers van de toekomst bewaart, door zonder het volk te raadplegen een elitaire koers uit te stippelen. Het Chinese model is op dit moment ongekend succesvol en is politiek beter in staat met de digitaliserende omgeving om te gaan dan de westerse democratieën. Maar het is toch echt de vraag of de westerse burger zich er in thuis zou voelen.
Laten we daarom hopen dat die westerse democratische politieke partijen een keer bij zinnen komen en een nieuw democratisch model ontwikkelen dat digitaal bestendig is. Helaas zien we op dit moment in de politiek geen enkel teken dat men de signalen van de nieuwe tijd begrijpt. Het ligt daarom voor de hand dat we roerige tijden tegemoet gaan. En dat terwijl het perspectief, indien de digitalisering beter ingebed zou worden in een nieuw democratisch model, zo positief zou kunnen zijn voor de gehele mensheid.