Het hoeft bij de meesten geen betoog dat de ontwikkelingen in de wereld steeds meer bepaald wordt door digitale ontwikkelingen. Het gaat daarbij om een grote waaier aan verschillende zaken. Van razendsnelle ontwikkelingen in digitale services en producten, tot de grote invloed van sociale media op de samenleving, tot grootschalige transformaties in vrijwel alle bedrijfstakken, tot spectaculaire ontwikkelingen als bitcoins en AI, tot grootschalige cybercrime en nog zo wat zaken.
De partijen die hierbij het meest in het oog springen zijn de zogenaamde Big Tech bedrijven. Grotendeels gehuisvest en ontstaan in de VS. Maar inmiddels zijn er ook de nodige Big Tech giganten in Aziatische landen en met name China. Waar de klassieke industriële ontwikkelingen hun groei en voorspoed grotendeels dankten aan de uitgebreide fysieke infrastructuur die in de vorige eeuw is gerealiseerd (verkeersinfrastructuur, stroomnetten, telecommunicatie), daar groeit en bloeit de digitale wereld met name dankzij het wereldwijde internet en de services die zich daarop bewegen. De Big Tech bedrijven beheersen als digitale nutsbedrijven deze wereld en geen organisatie noch burger kan om hun diensten heen. En iedere nieuwe technologie die uitgevonden wordt, maakt het belang van goede internetverbindingen met cloud services steeds groter, alsook de afhankelijkheid van Big Tech die dit beheerst.
De wereld worstelt met de macht die BigTech zich hierdoor heeft verworven. Enerzijds wordt hier over geklaagd en komen partijen met voorstellen de bedrijven op te knippen of anderszins te beteugelen. Hen wordt verder verweten te weinig ook te hebben voor het belang, met name privacy, van hun klanten. Anderzijds blijft iedereen gebruik maken van de meestal gratis dienstverleningen. Maar wat wil men dan? Niet betalen voor services, maar wel eisen stellen aan de dienstverlening? Zoveel begint duidelijk geworden: Big Tech bedrijven moeten beschouwd worden als nutsbedrijven van de digitale wereld en als zodanig behandeld en gereguleerd worden. Wellicht zal dan voor diensten betaald moeten gaan worden, waar tegenover komt te staan dat digitale nutsbedrijven zich moeten gaan houden aan regels op gebied van privacy, respectievelijk kwaliteit van de dienstverlening.
Wat ook duidelijk begint te worden is dat de wereld niet meer kan zonder deze Big Tech bedrijven. Want hoeveel kritiek er ook moge zijn op deze bedrijven, ze houden de gehele digitale wereld draaiende, waarvan inmiddels ieder bedrijf, ieder persoon arm of rijk, maar ook iedere overheid volstrekt afhankelijk is geworden. Ongemerkt hebben deze bedrijven zich in luttele decennia een positie verworven in de digitaliserende wereld, die geen enkele nutsbedrijf in de klassieke industriële samenleving ooit bereikt heeft. Slechts de grote oliebedrijven hadden een enigszins vergelijkbare machtsbasis in de industriële wereld.
Europa, in tegenstelling tot de VS en Aziatische landen, heeft geen enkel Big Tech bedrijf van betekenis. En nu de economie zich razendsnel verplaatst van de klassieke industriële wereld naar de digitale wereld, staat Europa met lege handen. Niet alleen dat. Europa, haar burgers, bedrijven en overheden, zijn volstrekt afhankelijk van niet-Europese Big Tech bedrijven. En de situatie wordt komende jaren alleen maar slechter, met weer nieuwe ontwikkelingen zoals AI.
Zonder Europese Big Tech bedrijven dreigt Europa de facto een vazal staat te worden van supermachten of grote landen, die wel beschikken over wereldwijd opererende Big Tech bedrijven. Europese organisaties, burgers en bedrijven kunnen voor al hun activiteiten niet heen om het benutten van de, veelal uitstekende, services van Big Tech bedrijven buiten Europa. Maar daarmee verschuift tevens steeds meer economische kracht en macht naar buiten Europa.
Het is een gevaarlijke situatie. Het niet gebruiken van de Big Tech services zet Europa op achterstand. Immers organisaties kunnen niet meer zonder de services. Maar het wel gebruiken van niet-Europese Big Tech bedrijven leidt tot een almaar verder toenemende afhankelijkheid en technologische achterstand. Het lijkt, enigszins, op de afhankelijkheids situatie die Europa had van Russisch gas. Het wel gebruiken ervan spekte de kas van Rusland en kwam ten goede van de Europese industriële ontwikkeling. Het niet meer gebruiken daarvan, zet Europa op achterstand, tenzij Europa zich onafhankelijk weet te maken van Russisch gas. Hetgeen gelukkig gebeurt. En wat daarom ook op digitaal gebied moet gebeuren: Europa moet minder technologie afhankelijk worden van niet-Europese Big tech.
Een belangrijk vraagstuk daarbij is: hoe is het zo ver gekomen? IT-ers uit de vorige eeuw kenden al de macht van de grote Amerikaanse IT bedrijven als IBM, HP, Oracle. Pogingen van Ericson, Nokia, Philips, om een rol van betekenis te spelen zijn allemaal gestrand. Europa zal moeten analyseren waarom dit gebeurd is en wat de mechanismes zijn geweest, waarom we al in de vorige eeuw uitgespeeld waren op IT gebied.
Nu zit Europa in deze digitale valkuil, dreigt een al maar groter wordende technologische achterstand en is het vraagstuk: hoe komen we hier uit? Welnu Europa loopt inmiddels, wereldwijd en erkend, voor in tal van wetgevingen op digitaal gebied, ter beteugeling van de macht van Big Tech. Dat is mooi, maar feitelijk hoofdzakelijk defensief en leidt op zich niet tot eigen Europese sterktes op digitaal gebied. Verder lopen er tal van innovatieve initiatieven om te zorgen dat Europa niet verder achter komt. Gepoogd wordt AI ontwikkelingen te stimuleren, er zijn potjes voor fotonica, robotica, er loopt een Gaia-X initiatief om een eigen Europese cloud van de grond te krijgen. Allemaal interessante en gewenste zaken, maar de vraag is of dit uiteindelijk maakt dat Europa de achterstand inloopt. Zonder Europese krachtige, eigen Big Tech bedrijven, die wereldwijd en krachtig opereren, is de kans uitermate klein dat Europa uit de digitale valkuil weet te komen.
De vraag lijkt daarom te moeten zijn: waarom ontstaan er in Europa geen Big tech bedrijven? Waarom werd Europe al in de vorige eeuw op technologie gebied gepasseerd? Wat zijn de oorzaken waardoor goede, innovatieve bedrijven nog steeds, na de eerste ontwikkelingen vrijwel altijd buiten Europa tot wasdom en elders tot grote groei komen? Immers er gaat best veel overheids geld naar tal van start-ups. De kennis op en kwaliteit van sommige Universiteiten wordt geroemd, evenals van afstudeerders en hoogleraren. Maar vervolgens gaan investeerders van buiten Europa er met de poet vandoor. Veel Europese bedrijven komen op de Amerikaanse beurzen tot wasdom. Er is op dit punt dringend behoefte aan een grondige analyse.
De hoofdoorzaak van het maar niet doorbreken van kleinere bedrijven tot wereldniveau moet wellicht gezocht worden in de, nog steeds, ernstig belemmerende regelgeving en niet in het gebrek aan kapitaal of talent. Waar Europa staat voor een vrij transport van personen, diensten en goederen, kan in de praktijk opgemerkt worden dat vrijwel alle lidstaten eigen nationale bedrijven voor blijven trekken en belemmeringen opwerpen voor buitenlandse bedrijven. En evenzo voor personen verkeer. Er bestaan geen Europese bedrijven, die hun fiscale grondslag hebben op Brusselse basis en aan Europa hun vennootschapsbelasting betalen. Dit alles is nationaal georganiseerd. Lidstaten blijven onderlinge concurrentie belangrijker vinden, dan gemeenschappelijk te komen tot krachtige Europese Big Tech bedrijven. En zolang dat zo blijft, zullen start-ups vluchten naar buiten Europa en zinkt Europa steeds dieper in de digitale modder weg.
Alle goedbedoelde subsidieprogramma’s, projectsubsidies ten spijt: het heeft allemaal geen zin, als Europa niet razendsnel zorgt dat uit die vele start-ups eigen Big Tech bedrijven ontstaan waarvan massaal diensten afgenomen gaan worden door personen, organisaties en overheden in Europa, maar ook wereldwijd. Want dat is de kracht van de Big Tech bedrijven: het bedienen van de wereldmarkt met digitale diensten. Geen Europees IT bedrijf is daartoe in staat. En digitale dienstverlening is de sleutel tot verdere ontwikkeling van de samenleving en de welvaart. De Europese Commissie zou ten spoedigste initiatieven moeten nemen om te analyseren waarom elders wel lukt wat in Europa maar niet lukt. Om vervolgens met die analyse het gesprek aan te gaan met de lidstaten om belemmerende regelgevingen op nationaal niveau weg te nemen en nieuwe Europese regels te creëren om Europese Bog Tech bedrijven te doen ontstaan.
De diensten zijn er al. Dus die kan je niet een tweede keer uitvinden.
Maar winkels gaan wel mee met de digitalisering, de informatievoorziening en handel via de computer.
Er zijn nog tal van digitale1 diensten mogelijk. Maar Euroese bedrijven krijgen het niet van de grond. Er is bijvoorbeeld behoefte aan een alternatief Twitter, met geregistreerde accounts. Europese bedrijven doen niets op dit gebied.
Europa zal het niet redden, gewoon accepteren
Daar schiet je toch ook niet mee op? En dan onder de knoet van Rusland leven? Dan ben ik weg.