Van industriële naar digitale samenleving
De situatie rond het Chinese Telecom bedrijf Huawei is exemplarisch voor de overgang van de industriële samenleving naar de digitale. Het vooruitzicht van de digitale samenleving is een globale samenleving waarin kleine en grote organisaties wereldwijd digitaal samenwerken, ongeacht het land van herkomst. Zo je wilt een betere wereld, waarin de natiestaten aan betekenis inboeten, ten gunste van wereldwijde samenwerking op alle mogelijke terreinen. In de huidige, klassieke industriële samenleving spelen natiestaten echter nog de hoofdrol. Het uitgangspunt daarbij is onderlinge concurrentie tussen landen, waarbij bedrijven dienen als voorposten in het strategische spel. Zo koesteren Amerika, Frankrijk en het VK al decennia lang hun defensie en vliegtuig industrie en verkopen ze aan alle landen die zich bewapenen willen hun schiettuig. China is later gaan industrialiseren, maar weet inmiddels ook hoe de industrie in te zetten voor nationale belangen.
Landen kunnen elkaar hacken
Bij het schrijven van deze column is er nog steeds geen openbaar bekend bewijs dat Huawei in hun software of hardware systemen verborgen algoritmes hebben ingebouwd om spionage te plegen. Dat dit goed mogelijk is, daar zijn de deskundigen het echter wel over eens. De rode knop van de Amerikaanse President waarmee hij raketten naar tegenstanders kan afvuren is in dit tijdperk verruild voor een rode knop waarmee je in ieder willekeurig land de totale infrastructuur kan stopzetten middels hacking. Ongetwijfeld beschikken alle grote landen als de VS, China, Rusland, over dit soort mogelijkheden. De aarzeling bij de VS en steeds meer landen om in zee te gaan met Huawei, dat immers aan de leiband loopt van de Chinese Communistische partij is daarom begrijpelijk en terecht. Maar de VS kan precies hetzelfde doen met apparatuur die geleverd wordt door Amerikaanse bedrijven. De Amerikaanse NSA (National Security Agency) heeft zeer grote macht en heeft herhaaldelijk laten blijken nationale belangen hoger te achten dan commerciële belangen: ook Amerikaanse bedrijven, zeker bedrijven die spionage gevoelige apparaten of software maken, hebben maar te dansen naar de pijpen van de Amerikaanse regering. In Frankrijk of de VK zal het niet veel anders zijn.
Wat is de oplossing voor deze dilemma’s ? Moet West-Europa slechts eigen apparatuur vertrouwen, met de aantekening dat ook Franse en Engelse apparatuur gewantrouwd moet worden ? Of moeten we apparatuur kopen van alle landen, maar inmiddels uitvoerige tests uitvoeren om te onderzoeken of er wellicht verborgen systemen ingebouwd zijn ? Met de vraag of dat überhaupt wel goed te onderzoeken valt ?
Europa moet voor eigen belangen opkomen
Hoewel het lange termijn perspectief een wereld is waarin de macht van natiestaten gebroken is en bedrijven niet meer aan de leiband hoeven te lopen van natiestaten, hebben we vooralsnog te leven met de huidige situatie, waarin een aantal machtige natiestaten de wereld aan zich onderwerpen. In die situatie kan Europa niet anders handelen dan opkomen voor de eigen belangen en eigen veiligheid. Dat betekent allereerst, net zoals de VS en China doen, zorgen voor een sterke eigen IT en telecom industrie. Verder zorgen dat openbare aanbestedingen wat betreft spionage gevoelige apparatuur, dus zeker telecommunicatie systemen, uitsluitend gegund worden aan Europese bedrijven. Daarnaast zeker stellen dat bedrijven die deze apparatuur maken niet aan de leiband kunnen lopen van één van de lidstaten en strenge eisen stellen aan de integriteit van de apparatuur. Dit alles betekent in concreto dat regeringen, bij voorkeur vanuit Europees niveau, telecom bedrijven regels gaan opleggen van welke bedrijven ze gevoelige apparatuur en software mogen kopen. Dezelfde regels moeten gelden voor een categorie andere bedrijven, zoals energiebedrijven, banken of andere financiële instellingen, die vitaal zijn voor het functioneren van de samenleving. En zolang Europa zelf niet de apparatuur kan maken die het nodig heeft zal alle apparatuur en software van elders, uitgebreid getest moeten worden.
Krachtig technologie beleid op Europees niveau noodzakelijk
In de huidige wereld, waarin nieuwe machtsstructuren ontstaan en waarin Amerika zijn leidende rol als wereldwijde politieagent opgeeft, wordt het steeds belangrijker dat Europa voor zichzelf opkomt. Weliswaar is er een lonkend perspectief van een digitale samenleving en globalisering, met vrije handel en open standaarden, maar vooralsnog leven we in een wereld van elkaar bevechtende superstaten met China en de VS in de hoofdrol. Europa moet daarom niet naïef zijn en zich noch door Amerika of China, noch door populisten, uit elkaar laten spelen. De vrijheid van de burgers alsook de economische ontwikkeling van Europa staat op het spel en moet met kracht verdedigd worden. Dat kan alleen maar door een eigen krachtige IT en telecom industrie te ontwikkelen en door strakke eigen regels te stellen wat betreft gebruik van die apparatuur in vitale sectoren van de samenleving. Men mag hopen dat de internationale Huawei rel ook Europese politici aan het denken zet over een broodnodige Europese IT en Telecom strategie.