De wereld raakt steeds meer verbonden middels tal van digitale infrastructuren. Steeds grotere delen van de economie verschuiven naar digitale vormen van dienstverlening. Hetzij doordat een klassieke dienst in zijn geheel vervangen wordt door een digitaal equivalent (bijvoorbeeld papieren door digitale informatie). Hetzij doordat de klassieke dienst in hoge mate gefaciliteerd wordt door digitale systemen (bijvoorbeeld online verkoop). Zonder twijfel is de zich snel ontwikkelende wereldwijde digitale infrastructuur de belangrijkste factor van de razendsnelle veranderingen die zich nu in de samenleving voltrekken. Of het nu gaat over tech giganten, cybercriminaliteit, cryptomunten, nepnieuws, statelijke actoren die berichtgeving beïnvloeden of over de inmiddels vertrouwde social media, digitale disrupties, Internet of Things of online economie, het zijn allemaal nieuwe ontwikkelingen die plaatsvinden dankzij en met behulp van de wereldwijde digitale infrastructuur.
De digitale infrastructuur is daarmee een vitale slagader geworden van het wereldgebeuren. Geen organisatie, privaat of publiek, geen consument en burger, kan meer actief meedoen in de samenleving zonder digitale verbinding. Des te vreemder is het dat deze digitale infrastructuur geen enkele vorm van toezicht kent. Waar we het heel gewoon vinden dat voor de weg-, trein-, lucht-, telecom- of waterinfrastructuur wetten bestaan en er toezichthoudende instanties zijn om te zorgen dat alles netjes wordt geregeld, daar ontbreken dergelijke mechanismes totaal voor de digitale infrastructuur. Mondjesmaat wordt er iets gedaan aan cybercriminaliteit. En jazeker: er is een Wet Computercriminaliteit voor misdaden die met een computer worden gepleegd. Een voorzichtige discussie ontwikkeld zich naar aanleiding van nepnieuws; sommige financiële toezichthouders vinden dat er wat gedaan moet worden aan cryptomunten. Maar er is geen sprake van een meer omvattende visie met begeleidende wetgeving en toezicht op deze belangrijke infrastructuur. Het lijkt net, wellicht omdat de digitale infrastructuur niet zichtbaar is, of overheden maar doen alsof hij er niet is: wat je niet ziet bestaat kennelijk niet. Waar in de klassieke wereld de politie gebeld kan worden voor een inbraak, daar ontbreken vergelijkbare diensten voor digitale inbraken. Waar in de klassieke wereld eisen gesteld worden aan het gebruik van de dure en vitale infrastructuren te lucht, te land en te water, daar ontbreekt iedere vorm van gebruikerseisen bij de digitale infrastructuren. Waar in de klassieke wereld sancties staan op niet functionerende auto’s of dronken bestuurders bij deelname aan het wegverkeer, daar staan in de digitale wereld geen sancties op niet goed functionerende software of falende digitale systemen. Waar in de klassieke wereld een oerwoud aan wet- en regelgeving de economie en samenleving veelal dreigen te verstikken, daar mag in de digitale omgeving kennelijk vrijwel alles.
Het is vreemd en zorgwekkend dat er zo massaal door overheden weggekeken wordt voor het vraagstuk van een ordentelijk werkende digitale infrastructuur. Dat waar het overduidelijk is dat er een algemeen belang is voor een goed en betrouwbaar functionerende digitale infrastructuur nu de wereld digitaliseert. De gevolgen van dit wegkijken door overheden voor dit vraagstuk zijn niet mals. De digitale chaos in de wereld neemt dagelijks toe. De gemakken van de digitale mogelijkheden zijn immers groot, de kosten zijn laag, de pakkans voor kwaadwillenden klein. Zo ontstaat een digitale jungle waar cybercriminelen, techgiganten, kwaadwillende overheden en speculanten hoogtij vieren en burgers, consumenten, bedrijven alsook publieke organen keer op keer voor kwalijke digitale verrassingen gesteld worden.
Het wordt de hoogste tijd dat overheden gaan beseffen dat de wereld steeds meer digitaal gaat functioneren en dat er een digitale wereld aan het ontstaan is. Daarmee hangt samen dat er ook een publieke digitale infrastructuur ontstaat, die minstens zo vitaal voor de samenleving is als de klassieke infrastructuren. Die publieke digitale infrastructuur dient betrouwbaar te functioneren en dient dus ook beschermd te worden: dat is een algemeen belang. Overheden kunnen daarvoor niet langer blijven wegkijken.