Politiek faalt. Wie in bijeenkomsten problemen aansnijdt waarmee de wereld op dit moment worstelt, komt snel op het vraagstuk in hoeverre men verwacht dat “de politiek” die problemen op gaat lossen. Het recent uitgekomen IPCC rapport, breed omarmd door wetenschappers en publiek, is weer een mooie testcase. Het algemene antwoord op deze vraag is vrijwel altijd negatief. Weinig mensen hebben hoge verwachtingen van de huidige generatie politici als oplossers voor de grote, lange termijn problemen.
Grote groepen wetenschappers waarschuwen al jaren op tal van terreinen (biodiversiteit, ecologie, migratie, cyber criminaliteit, technologie conflicten, overbevolking leidend tot overconsumptie) voor uit de hand lopende situaties. Waarbij veelal geadviseerd wordt nu in te grijpen, teneinde niet op langere termijn vast te lopen. Echter al deze lange termijn vraagstukken worden ondergeschoffeld of gebagatelliseerd ten gunste van korte termijn vraagstukken. Waarom lukt het niet om deze vraagstukken, die breed erkend worden, aan te pakken?
Primair zitten hierbij onze klassieke instincten ons dwars. Onze hersenen zijn, zoals bij de meeste dieren, gebouwd voor het overleven op de korte termijn. De natuur om ons heen is daarbij altijd als onuitputtelijk en eeuwig beschikbaar beschouwd. Nu wij zo ver (heen) zijn dat dat uitgangspunt niet meer valide is komen we in een nieuwe situatie terecht, die nooit eerder is voorgekomen. Ineens moeten we een “systeem” zorg voor de omgeving op ons nemen, die we niet gewend zijn.
Het tweede punt wat ons denken bezoedelt is de invloed van religies en culturen die de mens eeuwenlang pontificaal als toppunt van de schepping hebben gepositioneerd en als boven of buiten de natuur staande wezens. Onze afstandelijke en arrogante houding tot de natuur heeft geleid tot meedogenloze en grootschalige vernietigingen van de leefgebieden van andere wezens op onze aarde. Hetgeen ons als een boemerang gaat treffen. Mede door de COVID-19 pandemie beginnen grotere groepen mensen weer onze afhankelijkheid van een gezonde natuur te beseffen.
Een derde punt waarin ons denken faalt is het territoriale denken. De mensheid is eens begonnen, uit oogpunt van veiligheid en voedselzekerheid, de wereld van de volkeren op te delen in hokjes. Het idee was dat wanneer ieder volk nu maar binnen de vastgestelde grenzen bleef opereren we het minste last van elkaar hebben. Zolang de bevolkingsgroei beperkt was, geografische gebieden elkaar niet te veel in de weg zaten en consumptie van grondstoffen gematigd bleef, heeft dat concept aardig gewerkt,. Maar naarmate de wereld meer verstrengeld is geraakt, door tal van oorzaken grote migratiestromen op gang komen en massaal grondstoffen buiten eigen woongebieden worden verworven, begint het politieke autonomie concept meer en meer te wringen.
Einde nationale soevereiniteit? Want: heeft President Bolsonaro het recht om het Amazonegebied plat te branden ten gunste van plantages voor multinationals en zijn vrienden? Mogen de Chinezen komende jaren vijftig kolencentrales neerzetten? Mogen tal van landen hun bevolkingsgroei uit de hand laten lopen terwijl dat leidt tot onaanvaardbare milieuschade, overconsumptie en migraties? Zijn de positie van vrouwen in Afghanistan alsook de voor de wereld belangrijke lithium voorraden louter een zaak van een Middeleeuws denkende Taliban? Is economische groei heilig, terwijl de wereldgrondstoffen gevaarlijk uitgeput raken? Kortom: is de huidige wereldorde met internationale rechtsregels, nationale autonomie en economische groei zoals nu geformuleerd nog het juiste kompas? Wie het wereldnieuws in gezonde afschuw volgt begrijpt dat er dringend behoefte is aan fundamenteel andere politieke, juridische en economische concepten, voorafgegaan door andere manieren van denken over hoe de mens om moet gaan met de wereld. Want politici zullen pas om gaan, als veel mensen, massaal in veel landen de druk gaan opvoeren op politici.
Een spreekwoord luidt: wie de jeugd is heeft de toekomst. Er komen tal van bewegingen op gang van jonge mensen die klassieke kaders niet langer accepteren. Voorbeelden van jonge vrouwen, die breken met middeleeuwse culturen, die hen knevelen. Moedige acties op klimaatgebied of jonge ondernemers die duurzame bedrijven opstarten. Jonge mensen die uitkomen voor hun gender situatie zonder schroom of die in opstand komen tegen autocratische heersers van hun land. Dankzij sociale media onderhouden al deze jonge mensen, wereldwijd, contact met elkaar en versterken elkaars acties. Zo ontstaan digitale groepen van gelijkgestemden, die steeds meer hun invloed gaan uitoefenen. Dat wordt goed begrepen door tech bedrijven, die al lang denken en werken vanuit een geglobaliseerd wereldconcept en met name jonge mensen adresseren.
Het zijn tekenen van hoop voor de opkomst voor andere manieren van denken, waarbij afkomst, cultuur, religie, nationaliteit, “wij-zij” en economische groei denken verdwijnen ten gunste van denken in termen van verantwoordelijkheid voor de wereld als geheel, voor een gezonde natuur, klimaat en leefwijze, voor behoud van biodiversiteit, voor matige consumptie en voor inclusief denken met een plaats voor iedereen. Pas wanneer politici dat weten te vertalen naar nieuwe politieke concepten kan het verdwenen vertrouwen hersteld worden en is er een kans de grote problemen van deze tijd de baas te worden. Het lijkt er echter op dat de meeste politici nog een lange weg te gaan hebben. Tot die tijd is onze hoop gevestigd op een groeiende groep jonge mensen, die anders denken en doen.
Inderdaad, zeker van behoudende partijen kunnen we initiatieven verwachten. Er is blijkbaar een steeds grotere groep die de kop in het zand wil steken. De groep “jongeren” wordt niet groter. Er is een groep die wel groter wordt en dat zijn “ouderen”. Die maken gebruik van pensioenfondsen en/of ze beleggen zelf. Er zit heel veel kapitaal bij ouderen. Die moeten dat anders gaan aanwenden en hun stem laten horen bij het geld dat ze sparen en beleggen. Sommige pensioenfondsen beleggen niet meer in niet duurzame energie. Schenken aan goede doelen is belastingvrij. De kinderen van de ouderen kunnen hen daarop wijzen. Wie Bespreekt zoiets met de eigen kinderen?
Je schrijft:”zeker van behoudende partijen kunnen we initiatieven verwachten”, Dat begrijp ik niet. Zij toch juist niet ? Ouderen kunnen inderdaad hun invloed aanwenden bij hun pensioenfondsen/bestemmingen; maar doen dat wellicht te weinig. Leuke actie (echter van jongeren !) om het ABP te bewegen niet meer in “fossiel” te beleggen. Jazeker, wij hebben het “thuis” over dit soort zaken.
Jazeker, ik spreek over dit soort zaken met de kinderen
Test voor een reactie