U kent ze wel: die ijsblokjeshouders in de vriezer. Als je ze ondersteboven op een plank mept, heb je zo’n twintig tot dertig ijsblokjes. Laat je de ijsblokjes liggen, dan heb je na een halfuur een plas water en restanten van ijsblokjes drijvend in die plas. Welnu, dat is ongeveer wat er gebeurt met de mensheid in de overgang van de klassieke naar de digitale maatschappij.
Oorspronkelijk zat iedereen als een watermolecuul, vastgevroren in zijn nationale ijsblokje: de nationale kooien waar een bepaalde categorie politici geen afscheid van kan nemen. Maar nu geven we iedereen, iedere watermolecuul, een smartphone of computer. En iedereen gaat die dingen gebruiken en wordt mobiel. Eerst wordt de bovenkant van het ijsblokje vloeibaar: wetenschappers, kunstenaars en ondernemers gebruiken de digitale spullenboel en zwerven uit over de wereld. Ze worden fysiek mobiel door te reizen en al dan niet tijdelijk elders te gaan wonen. Daarnaast worden ze geestelijk mobiel. Niet langer wordt het werk en de ontspanning naast de deur gezocht, men kan immers overal werken en ontspanning vinden. De mens wordt mobiel, vloeibaar.
Maar na de elite volgen nu ook de gewone mensen – zelfs heel arme mensen in landen zonder uitzicht op een beter bestaan. Ook de onderkant van het ijsblokje begint te smelten. Per dag krijgen één á twee miljoen mensen een smartphone. Het zal niet lang duren voor vrijwel iedereen er één heeft en ze hem ook allemaal gaan gebruiken. Een deel zal de smartphone gebruiken om, net als veel westerlingen, hun bestaan op locatie te verbeteren. Door informatie te krijgen over zaken als landbouw, medische verzorging, het starten van een bedrijf en dergelijke. Maar een groot aantal zal de smartphone gebruiken om fysiek mobiel te worden, de ellende achter zich te laten; om het avontuur en de kans op verbetering elders te zoeken. Vele miljoenen mensen worden als het ware vloeibaar. Noch de landen van herkomst, noch de landen van bestemming hebben een plan of zien dit aankomen. Landen zullen leeglopen en schurkenregimes zullen de restanten van een land proberen over te pakken. Andere landen worden overstroomd met vluchtelingen op zoek naar een beter bestaan.
Half gesmolten
Komende jaren zitten we in een situatie van half gesmolten ijsblokjes met een toenemende hoeveelheid water daaromheen: de toenemende miljoenen die zwerven over de wereld om de natiestaten op te zoeken waar het beter is dan thuis. Mensen worden massaal mobiel, voelen zich minder en minder gebonden aan de nationale kooi en willen daar vertoeven waar het beter of leuker is. Dat geldt voor de wetenschapper die elders wil werken, voor de gepensioneerde die in een warm land wil genieten, voor de ondernemer die elders mogelijkheden ziet, voor de digitale nomaden die wonen in warme landen en digitaal werken voor de koude landen, maar evenzeer voor de vluchteling die zijn bestaan wil verbeteren. Flexibel werken, wonen, leven wordt de norm en niet een vaste baan.
Deze digitale wereld heeft oplossingen nodig vanuit een nieuwe vorm van internationale overheid die dit soort zaken faciliteert in plaats van tegenwerkt, die verder kijkt dan het nationale eigenbelang, en die in staat is wereldwijd én gezamenlijk te reageren op al deze veranderingen. Want niet alleen mensen worden mobiel, bedrijven en schurken ook. Nationale overheden staan machteloos tegenover internationale cybercrime als ze niet met wereldwijde oplossingen komen. Veel bestuurders lopen lichtjaren achter in hun denken, en doen daardoor de verkeerde dingen. De mensheid smelt letterlijk onder hun handen weg. Terwijl ze nog denken in nationale ijsblokjes verwordt de omgeving tot een digitale wereldplas. Dat vraagt om andere bestuurders, om andere manieren van denken, om andere governance. En anders moeten we ons maar prepareren op de nodige digitale crashes de komende jaren.
Oorspronkelijk artikel: CIO Magazine april 2017