Technologiestrijd China-VS. De wereld is verzeild geraakt in een heuse technologie strijd tussen China en de VS. Beide mogendheden begrijpen dat economische sterkte afhangt van technologische sterkte. Beide landen doen dus grote inspanningen om zelf technologisch sterk te worden en proberen te voorkomen dat de andere partij te sterk wordt.
De cases Huawei en ASML zijn feitelijk gelijksoortig, met als belangrijkste verschil dat het ene bedrijf zijn domicilie heeft in China en het andere in de Europese mogendheid Nederland.
Waarom zou Huawei niet aan de VS of Europese landen mogen leveren, of ASML niet aan China ?
Is China een schurkenstaat ? Er is feitelijk maar één reëel argument waar alles om draait: vinden we dat China een fatsoenlijk land is om handel mee te doen, of moeten we China als een soort van schurkenstaat beschouwen ? Het antwoord daarop hoort te bepalen of wij Huawei apparatuur willen gebruiken van China respectievelijk bereid zijn ASML technologie aan China te leveren. De beantwoording van die vraag is niet eenvoudig. Het gaat daarbij immers om veel meer dan, bijvoorbeeld, het bekende mensenrechten argument dat velen telkens weer hanteren. China is een buitengewoon complex land, met veel verschillende gezichten. En daarnaast binnenkort de grootste economische macht ter wereld. Zaken blijven doen met dat land is daarom vrijwel een gegeven, gezien de verstrengeling op tal van terreinen, variërend van Chinezen die hier studeren tot de duizenden zakelijke en wetenschappelijke relaties met China. Als we vinden dat China een schurkenstaat is en een gevaar vormt voor de wereldvrede, dan dienen we ook direct op te houden met heel veel andere samenwerkingsverbanden met China.
Chinese bedrijven zijn verbonden aan de Communistische Partij. Natuurlijk weten we dat alle Chinese bedrijven verbonden (moeten) zijn met de Communistische partij. Maar de Communistische Partij is een gegeven en zal dat nog wel even blijven. En moeten Amerikaanse bedrijven niet ook op basis van de Cloud Act en verzoek van de NSA (National Security Agency) data aan de Amerikaanse overheid leveren als dat gevraagd wordt ? We weten ook dat China nog steeds legale en niet legale middelen gebruikt om zich nieuwe technologie eigen te maken. Huawei gebruiken in Europa of de VS is dus een veiligheidsrisico, evenals het gebruik van een smartphone of laptop in China. Daarbij maakt het niet uit of het om Duitsland, de VS of Nederland gaat. Voor alle landen is het potentiele veiligheidsrisico gelijk. Het is daarom zinloos als verschillende Europese landen hierover verschillend beslissen. Andersom is het verkopen van geavanceerde technologie aan China ook een veiligheidsrisico. Want zeker is dat China alles zal doen om die technologie te gebruiken, of na te maken, teneinde de eigen technologische of defensie kracht te versterken. Ook daarin is er geen principieel verschil tussen verkoop van ASML apparatuur aan China, of verkoop van geavanceerde technologie, zoals van Boeiing in de VS aan China. Hoe komt Nederland uit deze Gordiaanse knoop ?
China en de VS hebben slechts eigenbelang. Er is nog een belangrijk punt in deze discussie, waarbij China en de VS dezelfde houding innemen tegenover Europese landen. Beide landen hebben maar één belang, alle discussies over wereldvrede of multilaterale samenwerking ten spijt, en dat is het eigen landsbelang. Beiden willen dat Europa niet te machtig wordt en beiden willen dat Europese landen Chinese of Amerikaanse goederen kopen, zodat zijzelf economisch sterker worden. Zowel China als de VS zullen daarom komende periode alles doen wat mogelijk is om Europese landen aan zich te binden, respectievelijk landen op te stoken vooral geen zaken te doen met de ander. Het grote risico ontstaat daardoor dat de technologie strijd tussen China en de VS ontaardt in het uit elkaar vallen van Europa in landen die kiezen voor China dan wel de VS. In deze strijd worden forse middelen niet geschuwd, zoals blijkt uit de ASML rel. Ambassadeurs van China en de VS laten zich in steeds heftiger bewoordingen uit over de keuze die Nederland zou moeten maken. En een klein land als Nederland wordt dan vermalen tussen de belangen van de grote natiestaten China en de VS. Individuele landen in Europa, ook Frankrijk of Duitsland, zijn allemaal geen partij voor deze grote landen, zoals Merkel onlangs nog maar eens benadrukte.
Slechts een Europese aanpak kan werken. Er is in deze discussie maar één route die tot een oplossing kan leiden. En dat is dat de Huawei en de ASML case op Europees niveau beslecht worden. Dat is om twee redenen noodzakelijk.
Individueel land heeft geen kans. Allereerst, zoals betoogd, heeft een individueel Europees land geen schijn van kans tegen China of de VS. Nederland loopt het grote risico de vriendschap met de VS te verspelen, indien men ASML laat leveren aan China. China dreigt andersom met stevige maatregelen naar Nederland, indien ASML geen export vergunning krijgt. Een onoplosbaar probleem op Nederlands niveau. Maar wel oplosbaar op Europees niveau. Europa kan andere ijzers in het vuur leggen, zowel naar China als de VS, als een land als Nederland. China en de VS hebben de 500 miljoen consumenten van Europa hard nodig om hun producten af te zetten. Een grote mond opzetten tegen Nederland is één ding. Maar ruzie krijgen met Europa is zowel voor China als de VS wel wat anders. En het voordeel voor een individueel land als Nederland is bovendien, dat, hoe Europa ook over ASML beslist, Nederland zowel met China als de VS de goede verhoudingen kan handhaven.
Versterking van de samenhang binnen Europa. Het tweede argument is van intern Europese aard. Europa moet zich technologisch en economisch versterken, moet daarvoor beter samenwerken op industrieel en technologisch gebied en moet misschien een nieuw industrie- en concurrentiebeleid ontwikkelen. Zowel de ASML als de Huawei case zijn uitstekend voor het ontwerpen van een stukje Europees industrie- of technologiebeleid. Het heeft weinig zin voor individuele landen om zelf te beslissen of ze Huawei wel of niet gebruiken. Of Huawei is een beveiligingsrisico, maar dan geldt dat voor alle Europese landen. Ofwel Huawei lijkt geen beveiligingsrisico te zijn, dan kunnen alle landen Huawei gebruiken. Het is vreemd wanneer sommige landen Huawei 5G-apparatuur gebruiken en andere niet. Alleen op Europees niveau kan met China worden onderhandeld onder welke voorwaarden Huawei 5G-apparatuur mag leveren aan alle Europese landen en welke concessies China daarvoor moet doen. Het is daarom van het grootste belang voor alle landen dat een beslissing over Huawei op Europees niveau wordt genomen en dat dit niet op lidstaatniveau wordt beslist.
Behandel ASML case op Europees niveau. Voor ASML geldt min of meer hetzelfde. Indien Europa sterker wil worden op technologisch vlak moeten we bedrijven als ASML als Europese en niet als Nederlandse asset gaan beschouwen. Europa kan dan een deal tussen ASML en China op bepaalde voorwaarden aangaan, bijvoorbeeld door vanuit Europa eisen te stellen aan technologisch samenwerking met China, hoe om te gaan met Europees intellectueel eigendom in China of het recht om op een bepaalde manier zaken te doen in China. Een land als Nederland kan zulke zaken op geen enkele manier van China gedaan krijgen, terwijl Europa wellicht, dankzij de ASML case, zijn positie naar China kan versterken.
Conclusie: Europese aanpak gewenst. Er is dus maar één verstandige weg voor de huidige situaties met Huawei en ASML, alsook ongetwijfeld voor meer van dit soort technology zaken in de toekomst: kies voor een Europese benadering. Dat komt zowel de individuele lidstaten als Europa ten goede.